Fase 1:Sportschutters die korter dan één (1) jaar volwaardig lid zijn van een schietsportvereniging mogen de schietsport uitsluitend beoefenen met vuurwapens die zijn toegelaten in de Olympische disciplines, de disciplines van de International Shooting Sport Federation (ISSF) en de disciplines van de Muzzle Loaders Associations International Confederation (MLAIC), zoals gereglementeerd door de KNSA. Sportschutters die na minimaal één (1) jaar een eerste verlof aanvragen, komen uitsluitend voor vuurwapens in aanmerking die geschikt zijn voor de beoefening van Olympische disciplines. Sportschutters die na minimaal twee (2) jaar volwaardig lidmaatschap een eerste verlof aanvragen, komen in aanmerking voor vuurwapens die geschikt zijn voor de beoefening van Olympische disciplines, ISSF-disciplines en MLAIC-disciplines. Deze vuurwapens mogen geen semi-automatische geweren zijn.
Fase 2:
Bij de eerste verlenging van een verlof of na twee (2) jaar volwaardig lidmaatschap, mag verlof worden aangevraagd niet alleen voor wapens die zijn toegelaten bij Olympische disciplines maar tevens voor wapens die zijn toegelaten binnen de disciplines van de International Shooting Sport Federation (ISSF) en de Historische-Wapensdisciplines van de Muzzle Loaders Associations International Confederation (MLAIC).
Dat zijn dus grootkaliber-pistolen en –revolvers, met een maximum kaliber van 9 mm, zoals een Glock model 17, 19, 34, een CZ model 75B kaliber 9 mm Luger, een Tanfoglio Match kaliber 9 mm, een revolver Smith & Wesson model 686+ kaliber 38 Special, zolang de looplengte maar niet meer is dan 153 mm.
Voor grootkaliber-geweren geldt dat deze zijn toegestaan in enkelschots uitvoering, niet zijnde semi-automatisch. Meerschots geweren met magazijn zijn toegestaan, maar geen magazijnen met zelfladende functie. Dat zijn geweren zoals een Keppeler 300 meter standaard kaliber 6 mm of een Steyr safe bold stainless in het kaliber .308, enzovoorts.
Voor historische wapens geldt dat alle wapens die zijn toegestaan binnen de door de KNSA c.q. de MLAIC gereglementeerde disciplines, zijn toegestaan.
Fase 3:
Bij de tweede verlenging van een verlof, is de aanvraag van een verlof toegestaan in alle andere overige door de KNSA gereglementeerde en erkende disciplines.
Dat betekent dat wapens in semi-automatische uitvoering voor de disciplines Militair Pistool, Militair Geweer, Dynamic Service Rifle, NPSA Geweer & Pistool, Action Shooting, .30M1, zijn toegestaan wanneer deze voldoen aan de desbetreffende regelgeving.
Voor pistolen en revolvers betekent dit dat ook kalibers boven de 9 mm, zoals de .45 ACP, zijn toegestaan en ook militaire geweren in semi-automatische uitvoering en ook afgeleiden van militaire geweren in kleinkaliber-uitvoering zijn toegestaan.
Voor de disciplines die zijn erkend door de KNSA, van de APS en de NPSA, te weten Dynamic Service Rifle en NPSA Geweer & Pistool, zijn ook geweren toegestaan die gebruik maken van pistoolmunitie.
Door de KNSA is op haar website gepubliceerd een overzicht van alle KNSA-gereglementeerde disciplines. In dat overzicht zijn de belangrijkste sporttechnische en wapentechnische eigenschappen opgenomen, zoals trekkerdruk, de kalibers, gewichten, afmetingen, enzovoorts. In datzelfde overzicht is ook gemerkt welke disciplines binnen welke fase zijn toegestaan. Klik hier voor het overzicht KNSA-disciplines.
De KNSA heeft voor schietsportverenigingen een model Ballotageprocedure ontwikkeld. Dit model beschrijft de procedure die gevolgd wordt vanaf het moment dat een geïnteresseerde zich meldt bij een schietsportvereniging tot het moment waarop hij of zij als definitief lid wordt ingeschreven of niet. Voor dat model klik hier.
Het bestuur van de vereniging kan voor de toelating van nieuwe leden een Ballotagecommissie instellen. Die Ballotagecommissie doet nader onderzoek naar de geschiktheid van het potentiële lid en brengt daarover advies uit. Het oordeel van de Ballotagecommissie mag niet bindend zijn maar uitsluitend adviserend, zodat uiteindelijk het verenigingsbestuur besluit omtrent het wel of niet toelaten van nieuwe leden.
Het is van belang te voorkomen dat ongewenste personen het lidmaatschap bij de schietsportvereniging aanvragen en daartoe dient het verenigingsbestuur navraag te doen naar de mogelijke overtredingen en/of misdrijven die de betrokkene heeft gepleegd. Op basis van de aan het bestuur verstrekte informatie, kan het bestuur beoordelen of de betrokkene geschikt is voor het lidmaatschap van de schietvereniging.
Op grond van de door de Minister van Justitie en Veiligheid vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat de aanwezigheid van klinische factoren ongewenst kan zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Klinische factoren zijn psychische stoornissen, een mogelijke gedwongen opname in een psychiatrische instelling, verslaving, suïcidale gedachten, enzovoorts. Psychische stoornissen kunnen bijvoorbeeld zijn: schizofrenie, Asperger, autisme, depressiviteit, bipolaire stoornissen, enzovoorts.
Op grond van de door de Minister van Justitie en Veiligheid vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat de aanwezigheid van stressvolle omstandigheden ongewenst kan zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Onder stressvolle omstandigheden kunnen bijvoorbeeld vallen problemen in de relationele sfeer, problemen in de arbeidssfeer zoals ontslag, een gebrekkig sociaal steunsysteem en stressvolle levensomstandigheden zoals bij een ernstige traumatische ervaring, een zware schuldenlast, mogelijk zelfs schuldsanering, enzovoorts.
Op grond van de door de Minister van Justitie en Veiligheid vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat specifieke kenmerken ongewenst kunnen zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Bij die specifieke kenmerken moet worden gedacht aan: radicaliserend gedrag, zoals links- of rechts-extremisme, een fascinatie voor wapens en/of geweld, maar ook persoonskenmerken zoals agressie, impulsiviteit, zelfstandigheid, enzovoorts.
Het is van belang dat personen die bij de vereniging het lidmaatschap aanvragen, niet per direct als gewoon lid worden toegelaten, voor zover het niet reeds KNSA-licentiehouders betreft. Die periode dient minimaal zes (6) maanden te bedragen; binnen die zes maanden kan de vereniging zelf vaststellen of zij de betrokkene de status van “aspirant”, “introducé”, “kandidaat-lid” of wat dies meer zij, toekent. Voor de aanvraag van een eerste wapenverlof geldt de duur van het lidmaatschap bij de schietsportvereniging; die periode gaat pas in met ingang van het gewoon lidmaatschap, dus na de periode van zes maanden.
De vereniging kan de verplichte competitiedeelname borgen door middel van een geautomatiseerd wedstrijdprogramma. De vereniging kan dat ook doen door middel van een uitbreiding van het presentieregister waarop dan aantekening wordt gedaan van deelname aan de competitie. Zij kan dat ook doen door middel van het schietregister van het lid van de vereniging, waarin behoudens de schietbeurten, tevens aantekening wordt gedaan van deelname aan minimaal vijf wedstrijden per kalenderjaar, als onderdeel van de competitie.
Teneinde de beoefening van de schietsport in het verband van uw vereniging te borgen en het sociale aspect en de sociale controle eveneens te borgen, is het van belang dat altijd een lid van het bestuur dat de rechtspersoon vertegenwoordigt, aanwezig is. Slechts in uitzonderingsgevallen kan worden volstaan met een door het bestuur gemachtigde persoon die tevens lid is van de vereniging.
Velden met een * zijn verplicht