Veiligheid
3.1 |
De schietsportvereniging dient te beschikken over een Veiligheidsreglement voor de schietbaan, conform model KNSA. |
Toelichting 3.1 Voor schietsportverenigingen geldt dat veiligheid de hoogste prioriteit verdient. Het is van belang dat alle leden van de vereniging zich bewust zijn van de veiligheidsregels en van de procedures die daarop van toepassing zijn. Een Veiligheidsreglement is derhalve onmisbaar; voor het KNSA-model daarvan klik hier. |
|
3.2 |
De schietsportvereniging dient te beschikken over voldoende Veiligheids-functionarissen c.q. Baancommandanten, die tijdens de schietsportactiviteiten toezien op een veilig verloop van de schietsportactiviteiten. Te allen tijde dient minimaal één (1) Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant tijdens de schiet-sportactiviteiten op de schietbaan aanwezig te zijn. Voor schietsportverenigingen c.q. schietsportaccommodaties die beschikken over meerdere schietbanen verdeeld over meerdere ruimtes in de inrichting, dient eveneens minimaal één (1) Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant per schietbaan aanwezig te zijn of de Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant heeft, door middel van een camerasysteem, zicht op alle schietbanen. |
Toelichting 3.2 Veiligheid tijdens de beoefening van de schietsport verdient de hoogste prioriteit. Het is daarom noodzakelijk dat altijd één (1) kaderlid aanwezig is tijdens de schietsportactiviteiten en toeziet op een veilig verloop van de schietsportactiviteiten. In geval van calamiteiten moet de veiligheidsfunctionaris of baancommandant direct kunnen handelen en zo nodig optreden. Alle leden van de schietvereniging, alsmede het bestuur, zijn tijdens het beoefenen van de schietsport onderworpen aan het gezag van de veiligheidsfunctionaris of baancommandant. De KNSA beschikt ook over een Opleiding Verenigingsveiligheidsfunctionaris; voor meer informatie daarover klik hier. |
|
3.3 |
Schietsportverenigingen die over een eigen accommodatie beschikken, dienen zich ervan vergewist te hebben dat de accommodatie over voldoende uitgangen c.q. nooduitgangen beschikt in geval van een calamiteit. Indien nodig, kan het Bouwbesluit als richtinggevend dienen. |
Toelichting 3.3 Bij de afgifte van de Hinderwetvergunning, de Milieuvergunning of Omgevingsvergunning, is betrokken het Bouwbesluit en zullen voorwaarden zijn gesteld voor uitgangen en nooduitgangen. Die voorwaarden moeten worden nageleefd en de nooduitgangen en gewone uitgangen mogen niet geblokkeerd zijn voor bijvoorbeeld materialen. De (nood-) uitgangen dienen tevens van binnen naar buiten vrij toegankelijk te zijn; dus niet te zijn voorzien van een slot of anderszins te zijn geblokkeerd. |
|
3.4 | De accommodatie dient te voldoen aan de algemene regels zoals die zijn opgenomen voor schietinrichtingen in het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende Activiteitenregeling. Voor verenigingen die nog beschikken over een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer, dienen te voldoen aan de daarin vermelde voorschriften (Hinderwetvergunning, Milieuvergunning of Omgevingsvergunning). In het kader van de veiligheid is het in het bijzonder van belang dat is voldaan aan de algemene regels die van toepassing zijn op het ricochet-gevaar bij harde aanschietbare delen zoals bijvoorbeeld staal en steen. Die moeten, conform de algemene regels, zijn bekleed. |
Toelichting 3.4 In het Activiteitenbesluit/de Activiteitenregeling staan algemene regels vermeld (datzelfde geldt voor voorschriften in een eventueel nog van toepassing zijnde vergunning) die betrekking hebben op de veiligheid binnen in de accommodatie voor wat betreft brandgevaar, ricochets en bekleding van wanden op de schietbaan. Het is van belang dat die algemene regels zijn opgevolgd en ook dat die regelmatig worden gecontroleerd, zodat zij nog voldoen. Zo moeten aanschietbare delen zodanig zijn bekleed, dat geen ricochetgevaar (terugkaatsing) kan plaatsvinden. Voor verenigingen die niet beschikken over een eigen accommodatie geldt dat zij hierover in overleg treden met de eigenaar van de accommodatie. |