Verkrijging lidmaatschap
4.1 |
Verenigingsbesturen dienen personen die het lidmaatschap aanvragen, te onderwerpen aan een ballotageprocedure. Te allen tijde beslist het bestuur van de schietsportvereniging over het wel of niet toelaten van leden. Het bestuur van de schietsportvereniging kan voor de toelatingsprocedure een ballotagecommissie instellen. Het oordeel van de ballotagecommissie is niet bindend maar slechts adviserend aan het bestuur van de schietsportvereniging, aangezien het bestuur de verantwoordelijkheid houdt. | ||
Toelichting 4.1 Een ballotage voor het lidmaatschap van schietverenigingen is noodzakelijk om te voorkomen dat ongewenste personen lid van de vereniging kunnen worden en zich kunnen bekwamen in het gebruik van vuurwapens. Voor reeds bestaande KNSA-schutters die al over een KNSA-licentie beschikken, behoeft het verenigingsbestuur die ballotageprocedure niet uit te voeren. Het verdient wel aanbeveling om leden die afkomstig zijn van andere bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen te verzoeken referenties op te geven, zodat het bestuur bij die andere vereniging(en) navraag kan doen. De KNSA heeft voor schietsportverenigingen een model Ballotageprocedure ontwikkeld. Dit model beschrijft de procedure die gevolgd wordt vanaf het moment dat een geïnteresseerde zich meldt bij een schietsportvereniging tot het moment waarop hij of zij als definitief lid wordt ingeschreven of niet. Voor dat model klik hier. Het bestuur van de vereniging kan voor de toelating van nieuwe leden een Ballotagecommissie instellen. Die Ballotagecommissie doet nader onderzoek naar de geschiktheid van het potentiële lid en brengt daarover advies uit. Het oordeel van de Ballotagecommissie mag niet bindend zijn maar uitsluitend adviserend, zodat uiteindelijk het verenigingsbestuur besluit omtrent het wel of niet toelaten van nieuwe leden. |
|||
4.2 |
Als onderdeel van de ballotageprocedure wordt van het verenigingsbestuur verwacht dat bij personen die een aanvraag voor lidmaatschap indienen en niet reeds over een KNSA-licentie beschikken, nader onderzoek wordt gedaan. Dit onderzoek moet zich richten op de motieven voor het lidmaatschap en de eventuele strafbare antecedenten. Daarnaast zal het verenigingsbestuur navraag doen naar andere persoonlijke en medische omstandigheden, die de beoefening van de schietsport kunnen belemmeren en veiligheidsrisico’s opleveren. Navraag wordt gedaan naar de door het Ministerie van VWS opgestelde risicofactoren als volgt:
Van schietsportverenigingen wordt niet verwacht dat zij alle relevante informatie verkrijgen; het verenigingsbestuur kan volstaan met het laten invullen en laten ondertekenen van een Eigen Verklaring door een potentieel lid. De Eigen Verklaring die door de aanvrager van het lidmaatschap wordt ingevuld, vormt de basis voor een gesprek met de aanvrager. |
||
Toelichting 4.2 Het is van belang navraag te doen naar de beweegredenen van personen die bij de vereniging het lidmaatschap aanvragen om lid te worden van de vereniging en zo mogelijk te voorkomen dat personen met verkeerde bedoelingen, zoals uitsluitend vuurwapenbezit, pogen lid van de vereniging te worden. Het is van belang te voorkomen dat ongewenste personen het lidmaatschap bij de schietsportvereniging aanvragen en daartoe dient het verenigingsbestuur navraag te doen naar de mogelijke overtredingen en/of misdrijven die de betrokkene heeft gepleegd. Op basis van de aan het bestuur verstrekte informatie, kan het bestuur beoordelen of de betrokkene geschikt is voor het lidmaatschap van de schietvereniging. Op grond van de door de Minister van Justitie en Veiligheid vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat de aanwezigheid van klinische factoren ongewenst kan zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Klinische factoren zijn psychische stoornissen, een mogelijke gedwongen opname in een psychiatrische instelling, verslaving, suïcidale gedachten, enzovoorts. Psychische stoornissen kunnen bijvoorbeeld zijn: schizofrenie, Asperger, autisme, depressiviteit, bipolaire stoornissen, enzovoorts. Op grond van de door de Minister van Justitie en Veiligheid vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat de aanwezigheid van stressvolle omstandigheden ongewenst kan zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Onder stressvolle omstandigheden kunnen bijvoorbeeld vallen problemen in de relationele sfeer, problemen in de arbeidssfeer zoals ontslag, een gebrekkig sociaal steunsysteem en stressvolle levensomstandigheden zoals bij een ernstige traumatische ervaring, een zware schuldenlast, mogelijk zelfs schuldsanering, enzovoorts. Op grond van de door de Minister van Justitie en Veiligheid vastgestelde risicofactoren, is bepaald dat specifieke kenmerken ongewenst kunnen zijn voor het lidmaatschap van een schietsportvereniging. Bij die specifieke kenmerken moet worden gedacht aan: radicaliserend gedrag, zoals links- of rechts-extremisme, een fascinatie voor wapens en/of geweld, maar ook persoonskenmerken zoals agressie, impulsiviteit, zelfstandigheid, enzovoorts. |
|||
4.3 |
Personen die het lidmaatschap bij de schietsportvereniging aanvragen, dienen de volgende bescheiden over te leggen: | ||
a. | een ingevuld aanvraagformulier met algemene gegevens, alsmede een ingevulde en getekende Eigen Verklaring, overeenkomstig de bij artikel 4.2 genoemde elementen, conform het model KNSA; | ||
b | ter inzage een origineel geldig legitimatiebewijs; het verenigingsbestuur registreert het soort en nummer van het legitimatiebewijs in de eigen administratie; | ||
c. | een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) met betrekking tot het lidmaatschap van een schietsportvereniging, zijnde niet ouder dan 6 maanden. | ||
Toelichting 4.3 Het is onmogelijk om van een verenigingsbestuur te verwachten dat het de onder 4.2 genoemde informatie te allen tijde verkrijgt. Daarvoor ontbreekt het verenigingsbesturen aan de bevoegdheden tot nader onderzoek. Het is wel van belang om navraag naar de motieven, strafbare antecedenten en risicofactoren te doen door middel van het invullen van een Eigen Verklaring en die verklaring te laten ondertekenen, waarbij tevens wordt verklaard dat de Eigen Verklaring naar waarheid is ingevuld. Mocht nadien blijken dat de Eigen Verklaring niet naar waarheid is ingevuld, dan kan het verenigingsbestuur op grond daarvan, het lidmaatschap van de betrokkene per direct opzeggen. Voor een model voor een aanmeldingsformulier inclusief Eigen Verklaring, klik hier. Het is niet verplicht dit model exact te hanteren; de onder 4.2 genoemde informatie moet wel terugkomen in de Eigen Verklaring. |
|||
4.4 |
Nadat een verzoek om lidmaatschap door de betrokkene is ingediend, wordt door het bestuur van de schietsportvereniging de procedure tot verkrijging lidmaatschap gestart. Vanaf dat moment is de betrokkene nog geen aspirant en geen gewoon lid van de desbetreffende schietsportvereniging maar verkrijgt de “status van aspirant”. De periode die voorafgaat aan het gewoon lidmaatschap, dient minimaal zes (6) maanden te bedragen. In die periode zal het bestuur van de schietsportvereniging, dan wel een daarvoor benoemde ballotage-commissie, nader beoordelen of de betrokkene als aspirant of gewoon lid kan worden toegelaten. Voor reeds bestaande KNSA-schutters geldt een minimale aspirant-periode van zes maanden niet. | ||
Toelichting 4.4 Het is van belang dat nieuwe leden niet per direct als gewoon lid van de vereniging worden toegelaten. Daarvoor geldt eerst een zogenaamde aspirant-periode; de KNSA adviseert verenigingen deze personen “aspirant” te noemen en niet “aspirant-lid”. Immers, voor aspirant-leden kunnen dezelfde rechten en plichten gelden die voortvloeien uit de statuten en reglementen van de schietvereniging, en dat kan tot ongewenste situaties leiden. Het is ook mogelijk dat de vereniging vóór de aspirant-periode nog een zogenaamde proef-periode (ook wel introductieperiode genoemd) vaststelt. Het is van belang dat personen die bij de vereniging het lidmaatschap aanvragen, niet per direct als gewoon lid worden toegelaten, voor zover het niet reeds KNSA-licentiehouders betreft. Die periode dient minimaal zes (6) maanden te bedragen; binnen die zes maanden kan de vereniging zelf vaststellen of zij de betrokkene de status van “aspirant”, “introducé”, “kandidaat-lid” of wat dies meer zij, toekent. Voor de aanvraag van een eerste wapenverlof geldt de duur van het lidmaatschap bij de schietsportvereniging; die periode gaat pas in met ingang van het gewoon lidmaatschap, dus na de periode van zes maanden. |
|||
4.5 |
Tijdens de aspirant-periode dient de betrokkene een introductiecursus te volgen naar het model van de KNSA. In deze introductiecursus komt in ieder geval aan de orde een instructie omtrent de veiligheid op de schietbaan, de omgang met vuurwapens, de basistechniek van een of meerdere disciplines en tenslotte een proeve van schietveiligheid. | ||
Toelichting 4.5 Het is van belang dat de vereniging nieuwe leden van de vereniging, niet zijnde reeds KNSA-licentiehouders, een introductiecursus aanbiedt waarin in ieder geval aan de orde komt de instructie omtrent de veiligheid op de schietbaan, de omgang met vuurwapens, de basistechniek van één of meerdere disciplines, en dat die cursus wordt afgesloten met een “proeve van schietveiligheid”. Voor een model van een dergelijke introductiecursus, klik hier. |
|||
4.6 |
Voor verenigingen die bij de KNSA zijn aangesloten, is het verplicht dat zij al hun leden bij de KNSA aanmelden. Voor leden van de desbetreffende verenigingen die de schietsport niet beoefenen, kan het KNSA-bestuur dispensatie op deze verplichting verstrekken. | ||
Toelichting 4.6 Overeenkomstig het KNSA Huishoudelijk Reglement, zijn alle bij de KNSA aangesloten verenigingen verplicht al hun leden aan te melden bij de KNSA. Datzelfde Huishoudelijk Reglement biedt de mogelijkheid om daarvoor dispensatie te verkrijgen. Die dispensatie is alleen aan de orde wanneer verenigingen ook andere activiteiten c.q. sporten beoefenen, niet zijnde de schietsport. U moet daarbij denken aan omni-verenigingen. |