de KNSA

Verkrijging verlof

 6.1
Voor de aanvraag van een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen dient de aanvrager minimaal één (1) jaar gewoon lid te zijn van een schietsportvereniging. Aansluitende lidmaatschappen van een Nederlandse of een schietsportvereniging uit een bij de EU aangesloten land, tellen daarbij mee. Echter, de aspirant-periode van de eerste schietsportvereniging waarvan de betrokkene lid is, wordt daarin niet meegeteld.
 

Toelichting 6.1

Voor de aanvraag van een verlof dient het lid van de vereniging minimaal 1 jaar gewoon lid te zijn van een schietsportvereniging. De aspirant-periode telt daarin niet mee. Aansluitende lidmaatschappen bij andere Nederlandse schietverenigingen of eventueel schietsportverenigingen uit een ander EU-land, kunnen daarbij meegeteld worden.

 
     
6.2
De aanvrager van een verlof dient daarvoor een WM3-formulier in te vullen dat de betrokkene kan verkrijgen bij de plaatselijke politie en/of bij het bestuur van de schietsportvereniging. De invulling van het WM3-formulier dient te geschieden overeenkomstig de model-richtlijnen voor invulling WM3-formulier van de KNSA.  
 

Toelichting 6.2

Voor de aanvraag van een verlof voor één van de leden, dient het verenigingsbestuur een deel van het aanvraagformulier in te vullen en te ondertekenen. De regelgeving voor de aanvraag van een verlof voor één van de leden is gebaseerd op het vertrouwen dat in het bestuur van de vereniging kan worden gesteld en de invulling dient daarom gewetensvol en deskundig te geschieden. De KNSA heeft voor het invullen van het WM3-formulier model-richtlijnen opgesteld. Voor dat model, klik hier.

 
     
6.3
Overeenkomstig de Wet wapens en munitie, dient het WM3-formulier voorzien te zijn van een verklaring van het bestuur van de schietsportvereniging en door één van de bestuursleden te zijn ondertekend.  
 

Toelichting 6.3

De invulling en ondertekening van het WM3-formulier door het verenigingsbestuur zal in de regel worden gedaan door de voorzitter of de secretaris van de vereniging. Het verenigingsbestuur kan deze taak ook aan één of meerdere andere bestuursleden delegeren; niettemin blijft het bestuur verantwoordelijk voor het invullen en ondertekenen van het formulier.

 
     
6.4
Het bestuur van de schietsportvereniging dient er bij het invullen van de verklaring op het WM3-formulier, alsmede de ondertekening, op toe te zien dat daar waar gevraagd wordt voor welke tak of takken van schietsport het vuurwapen waarop de     aanvraag betrekking heeft, een door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline wordt ingevuld die ook daadwerkelijk door de betrokkene wordt beoefend     en ook in het verband van de schietsportvereniging kan worden beoefend.  
 

Toelichting 6.4

Voor een overzicht van alle door de KNSA gereglementeerde disciplines, klik hier.

In dat overzicht zijn de belangrijkste wapentechnische en sporttechnische eigenschappen van de desbetreffende disciplines vermeld. Voor meer informatie omtrent die disciplines kan het Schiet- en Wedstrijdreglement van de KNSA worden geraadpleegd. Voor de door de KNSA erkende disciplines kunnen het overzicht en de desbetreffende reglementen van die disciplines worden gedownload op: www.knsa.nl/sportaanbod/deelnemen-aan-wedstrijden/disciplines/erkend 
 
     
6.5
Het bestuur van de schietsportvereniging dient erop toe te zien dat het bestuur wordt geïnformeerd over het verloop van de aanvraag voor een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen. Het lid dient omtrent het besluit van de aanvraag het verenigingsbestuur tijdig te informeren.
 

Toelichting 6.5

Het kan zijn dat een lid van de vereniging een wapenverlofaanvraag wordt geweigerd. Het is van belang dat het verenigingsbestuur omtrent die weigering wordt geïnformeerd en ook omtrent de motieven die tot die weigering hebben geleid.