de KNSA

Seksuele intimidatie

In de afgelopen jaren zijn er verschillende incidenten met betrekking tot seksuele intimidatie in de sport, het vrijwilligerswerk (kindervakantiekampen) en de kinderopvang in het nieuws geweest. Seksuele intimidatie blijkt een maatschappelijk probleem waartegen ook binnen de sport een (preventief) beleid moet worden opgezet en ondersteund.

Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie (duiding) dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd. 

Incidenten en meldingen in de sport rondom seksuele intimidatie variëren van verbale intimidatie (seksuele dingen roepen naar iemand) en niet-functionele of ongewilde aanrakingen (masseren waar het niet nodig is bij een blessure) tot aanranding, verkrachting en langdurig seksueel misbruik.

Bij grooming gaat het over langdurige trajecten waarbij kinderen bevriend raken met een volwassene waarna er op een moment misbruik plaatsvindt. De laatste jaren zijn sociale media en filmen vaker onderdeel van een incident.

Seksuele intimidatie kan vooral voorkomen wanneer er sprake is van machtsverschillen. Speciale aandacht moet dan ook worden gegeven aan kwetsbare groepen binnen de vereniging, zoals jonge sporters, vrouwelijke sporters, homoseksuele sporters, talentvolle en ambitieuze sporters en sporters met een lichamelijke c.q. verstandelijke beperking. Volgens het onderzoek van de Commissie De Vries uit 2017 blijkt dat 12% van de sporters te maken heeft gehad met een vorm van seksuele intimidatie en misbruik. Bij 4% gaat het om ernstige gevallen (aanranding/verkrachting). Veel van hen hebben er nooit over gepraat. Bij 75% is het gebeurd op zeer jonge leeftijd. Slachtoffers van seksuele intimidatie zijn ook niet altijd vrouwen/meisjes (56%) maar ook vaak jongens/mannen (38%).

Op initiatief van NOC*NSF is een landelijk beleid voor alle aangesloten sportbonden vastgesteld. Dat houdt in dat er een uniform Tuchtreglement geldt voor alle sportbonden waarbij de uitvoering van de tuchtrechtspraak seksuele intimidatie op bondsniveau geschiedt. Veel bonden hebben dit Tuchtreglement via het ISR geregeld; de KNSA heeft een eigen maatwerk Tuchtreglement Seksuele Intimidatie vastgesteld, dat is goedgekeurd door NOC*NSF.

Wanneer de beschuldigde daadwerkelijk tuchtrechtelijk is veroordeeld, kan deze door de KNSA centraal worden geregistreerd, zodat deze persoon ook in de toekomst niet zonder meer lid (en wellicht trainer) kan worden van een andere schietsportvereniging. De KNSA kan hierover tevens NOC*NSF informeren die de gesanctioneerde dan kan opnemen in een landelijk registratiesysteem S.I. dat door de VCP van de KNSA kan worden geraadpleegd. In 2018 is de verjaring van SI-incidenten uit het tuchtrecht gehaald.

Iedere sportbond en vereniging of cluster van verenigingen dient daarom voor haar leden een Vertrouwenscontactpersoon Seksuele Intimidatie te hebben die kan worden benaderd wanneer er een vermoeden of sprake is van seksuele intimidatie of grensoverschrijdend gedrag binnen de vereniging. De VCP werkt als tussenpersoon/contactpersoon tussen de melder en het verengingsbestuur, conform een hiertoe vastgesteld protocol.

Sportkoepel NOC*NSF heeft veel informatie beschikbaar over wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is, zie: https://centrumveiligesport.nl/onderwerpen/seksuele-intimidatie-en-misbruik.

Samen met de sportbonden heeft NOC*NSF gedragsregels opgesteld voor bestuurders en begeleiders met betrekking tot seksuele intimidatie. Meer hierover is terug te vinden op: https://centrumveiligesport.nl/doelgroepen/bestuurders-en-begeleiders.

 

Stappenplan voor schietsportverenigingen ter voorkoming van seksuele intimidatie en misbruik

NOC*NSF en de sportbonden zijn volop met diverse partners aan de slag om de 42 aanbevelingen uit het rapport De Vries uit te voeren. De sportvereniging heeft daarin een cruciale rol. Om sportverenigingen daarbij te ondersteunen heeft het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) in samenwerking met sportbonden en Rutgers, een stappenplan ontwikkeld om preventief beleid neer te zetten binnen de vereniging om incidenten op het terrein van grensoverschrijdend gedrag en integriteit te voorkomen. Dit stappenplan is beschikbaar op www.centrumveiligesport.nl/stappenplan.

De 5 stappen die ‘sprints’ worden genoemd, beginnen met een zelfscan van de vereniging zodat deze weet hoe het er voor staat. Vervolgens wordt de vereniging meegenomen per sprint waarom deze van belang is en hoe zij ermee kan gaan werken.

  • Sprint 1        Hoe maken wij onze vereniging veilig?
  • Sprint 2        Wat kan beter?
  • Sprint 3        Wie doet er mee?
  • Sprint 4        Wat spreken wij af?
  • Sprint 5        Hoe houden wij elkaar scherp?

Binnen iedere sprint zijn er documenten, folders en materialen te vinden die de vereniging ondersteunen en inspireren. Bijvoorbeeld over het aanstellen van een Vertrouwenscontactpersoon, de gratis VOG-regeling en het gesprek aangaan met de leden, maar ook voorbeeldbrieven en werkvormen. De zelfscan kan worden herhaald om te zien waar de vereniging nog aan kan werken.

Op de website www.centrumveiligesport.nl is ook een Meldpunt ingericht met onder meer een chatfunctie, speciaal voor mensen die vermoedens hebben over grensoverschrijdend gedrag in de sport. Mensen kunnen daar met elkaar in gesprek gaan over welk grensoverschrijdend gedrag in de sport zij hebben meegemaakt of waargenomen. Het is cruciaal dat meer mensen over dit onderwerp durven te praten, en dan niet alleen de slachtoffers zelf maar vooral alle andere mensen die vermoedens hebben van seksuele intimidatie en misbruik.

Regelmatig worden door NOC*NSF themabijeenkomsten over seksuele intimidatie georganiseerd voor VCP’s en/of verenigingsbestuurders. Deze zijn te vinden op de website van NOC*NSF of via het platform sportopleidingen.