de KNSA

Voorwaarden

Volledige rechtsbevoegdheid/inschrijving Kamer van Koophandel
Tot de KNSA kunnen alleen verenigingen worden toegelaten met een volledige rechtsbevoegdheid. Dat betekent dat er verenigingsstatuten moeten zijn die in een notariële akte moeten zijn/worden opgenomen en dat de desbetreffende vereniging moet zijn/worden ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Een kopie van beide documenten (officiële statuten en recent uittreksel Kamer van Koophandel) moet bij de lidmaatschapsaanvraag worden meegezonden.

De voorzitter, secretaris en penningmeester (bestuur) van de vereniging dienen te zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en dienen allen tevens bij het verzoek om lidmaatschap van de vereniging bij te sluiten: een kopie van een geldig vuurwapenverlof c.q. een originele, recente Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

Pas als een gewaarmerkte kopie van de akte in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is geplaatst, zijn de nieuwe statuten rechtsgeldig. Het handelsregister is een openbaar register dat door de Kamers van Koophandel wordt bijgehouden. Iedereen kan dit register raadplegen; dit is echter niet kosteloos.

Statuten
De KNSA beschikt over standaard- c.q. model-statuten voor schietverenigingen. Dit model kan worden gebruikt voor de opstelling van statuten van een (op te richten) schietvereniging. Verenigingen kunnen deze statuten uiteraard zelf nog verder uitbreiden of wijzigen. Dergelijke wijzigingen c.q. uitbreidingen mogen echter niet afwijken van de KNSA-voorwaarden zoals die zijn vastgesteld in en voortvloeien uit de Statuten en reglementen van de KNSA. Er is een aantal voorwaarden verbonden aan het KNSA-lidmaatschap, die in de Statuten tot uitdrukking moeten komen. De KNSA heeft daarvoor een overzicht opgesteld, dat verder tevens adviezen c.q. aandachtspunten bevat die voor een vereniging van nut kunnen zijn bij de opstelling c.q. wijziging van de Statuten. In de model-statuten zijn deze voorwaarden reeds verwerkt.

Het verdient de voorkeur om de Statuten niet te uitgebreid te maken, maar de notaris te vragen de Statuten zo minimaal mogelijk op te stellen en zoveel mogelijk in het Huishoudelijk Reglement en/of overige Reglementen te regelen. Immers, in tegenstelling tot een (Huishoudelijk) Reglement, behelst een wijziging van de Statuten veel ingewikkelde handelingen (in de algemene vergadering) en dient bovendien door een notaris te geschieden, met alle financiële consequenties van dien.

De KNSA adviseert verenigingen, alvorens de Statuten definitief door een notaris op te stellen c.q. te wijzigen, de (concept-)statuten nog wel aan haar te doen toekomen, ter beoordeling.

De Wet geeft geen definitie van het begrip 'Statuten', maar geeft wel aan wat de minimumeisen zijn voor de inhoud van de statuten. Deze eisen gelden slechts voor de verenigingen waarvan de Statuten zijn opgenomen in een notariële akte (KNSA-eis). In de statuten kan worden afgeweken van bepalingen van regelend recht. In het geval van regelend recht mag een vereniging kiezen: ofwel de wettekst geldt, of de zaak is in de statuten anders geregeld. De statuten mogen echter geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met bepalingen van dwingend recht, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Dwingend wil zeggen: er mag niet van worden afgeweken.

Van de statuten mag niet worden afgeweken, zelfs als alle leden het met een afwijking eens zijn. Als afwijking van een statutaire bepaling nodig of gewenst is, zal de Algemene Vergadering tot wijziging van deze bepaling moeten besluiten, rekening houdend met de bijzondere wettelijke eisen die daarvoor gesteld zijn. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tweederde (2/3) van de stemmen, tenzij de statuten een andere meerderheid voorschrijven, bijvoorbeeld de helft + 1 of drievierde (3/4). Ook de gewijzigde statuten dienen, na goedkeuring door de algemene vergadering, door de notaris in een nieuwe akte te worden opgenomen.

In de Statuten moeten, volgens de Wet (Burgerlijk Wetboek 1976: dwingend recht), ten minste de volgende onderwerpen zijn geregeld:

  • de naam van de vereniging en de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft;
  • het doel van de vereniging;
  • de verplichtingen die de leden tegenover de vereniging hebben of de wijze waarop deze verplichtingen kunnen worden opgelegd;
  • de wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering;
  • de bestemming van het batig saldo van de vereniging in geval van ontbinding of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld;
  • de wijze van benoeming en ontslag van de bestuursleden