de KNSA

Wet wapens en munitie (Wwm)

De beoefening van de schietsport en de wapenwetgeving zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Immers, het belangrijkste dat de sportschutter nodig heeft bij de beoefening van zijn sport is een vuurwapen dan wel een luchtdrukwapen. Aan het voorhanden hebben van deze wapens, alsmede het gebruik daarvan, is door de Nederlandse Overheid strenge regelgeving opgesteld. Deze regelgeving is vastgelegd in de Wet wapens en munitie (Wwm) en de bij deze wet behorende Uitvoeringsvoorschriften, te weten de Regeling wapens en munitie (Rwm) en de Circulaire wapens en munitie (Cwm).

Circulaire wapens en munitie
De belangrijkste informatie voor verenigingsbestuurders van schietsportverenigingen en sportschutters zelf, met betrekking tot het voorhanden hebben en gebruiken van vuurwapens voor de schietsport, is geregeld in de Circulaire wapens en munitie.

In de Circulaire wapens en munitie is een groot aantal registers en staten voorgeschreven. De meeste van die registers en staten moeten voldoen aan het model-KNSA.

Deze modellen zijn hier te downloaden:

Munitiestaat

Presentieregister

Register introducés

Schietregister

Uitleenregister verenigingswapens

Wapenuitgiftestaat

Voor zowel de uitgifte van verenigingswapens en -munitie, alsmede voor het mede-invullen en ondertekenen van een WM3-formulier, heeft de KNSA modellen opgesteld. U kunt die hier downloaden:

Richtlijnen voor de uitgifte van verenigingswapens en -munitie

Richtlijnen voor het invullen en mede-ondertekenen WM3-formulier


Vanzelfsprekend worden er zeer hoge eisen gesteld aan leden van schietverenigingen; zeker wanneer deze personen in de toekomst een eigen (vuur)wapen willen aanschaffen. Zo iemand moet van onbesproken gedrag zijn en daarop wordt bij de aanmelding bij een schietvereniging streng gecontroleerd; mede door middel van een verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor sportschutters.

Voorhanden hebben van een wapen
Het voorhanden hebben van een vuurwapen is in Nederland aan zeer strenge eisen gebonden, die zijn vastgelegd in de Wet, Circulaire en Regeling wapens en munitie (respectievelijk Wwm, Cwm en Rwm). De belangrijkste informatie voor verenigingsbestuurders met betrekking tot het aanvragen van een verlof voor en het voorhanden hebben en gebruiken van vuurwapens voor de schietsport is geregeld in de Circulaire wapens en munitie (Cwm).

Voor het voorhanden hebben en aanschaffen van luchtdrukwapens zijn geen wettelijke eisen gesteld, behalve dat de aanvrager ouder moet zijn dan 18 jaar. Voor diegenen die jonger zijn dan 18 jaar geldt dat het voorhanden hebben van luchtdrukwapens wel is toegestaan wanneer zij tenminste drie (3) maanden lid zijn van een schietvereniging en de desbetreffende luchtdrukwapens zijn toegelaten in de tak van schietsport zoals door de KNSA gereglementeerd.

Aanvragen verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen
In de loop van het eerste jaar, beoordeelt de vereniging de schietactiviteiten van een nieuwe schutter en nadat deze minimaal 18 schietbeurten (per jaar) heeft verricht en laten aftekenen, kan de vereniging het WM3-formulier (aanvraag voor de verkrijging van een verlof) medeondertekenen. Sommige verenigingen hanteren een langere periode voordat zij het formulier ondertekenen, bijvoorbeeld omdat het bestuur van oordeel is dat de betrokkene nog niet voldoende vaardigheid heeft getoond. Iedere vereniging heeft in haar statuten c.q. reglementen daarvoor bepalingen opgesteld. De 18 schietbeurten per jaar refereren naar het wettelijk vastgesteld minimumaantal (zie de Circulaire wapens en munitie, onderdeel van de Wet wapens en munitie).

De KNSA heeft richtlijnen opgesteld voor het invullen en ondertekenen van een WM3-formulier door verenigingsbestuurders. U kunt deze hier downloaden. Met dit formulier kan de schutter vervolgens bij de politie in zijn/haar woonplaats een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen (WM4) aanvragen, waarmee hij of zij het desbetreffende vuurwapen kan kopen.

Hieronder is opgenomen het formulier Model WM3, alsmede het formulier Model WM5 voor het aanvragen van verenigings-vuurwapens, waarmee verenigingen een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens (WM6) kunnen aanvragen.

Model WM3

Model WM5

Tarieven
Voor het verkrijgen van een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens (WM4) moet € 138,20 worden betaald, ongeacht het aantal vuurwapens dat op het verlof is vermeld. Voor het verlengen van een verlof wordt € 68,20 in rekening gebracht en een wijziging op het verlof – zoals het bijschrijven of afschrijven van een vuurwapen – wordt met € 30,00 belast.

Deze bedragen zijn vastgesteld in de Regeling wapens en munitie, artikel 50. In datzelfde artikel, onder a, lid 2, is een bepaling opgenomen dat de vergoeding bij een combinatie – bijvoorbeeld het verlengen van een privé- en een verenigingsverlof – meer dan het bedrag dan verschuldigd zou zijn voor dat deel van de combinatie waarvoor de hoogste vergoeding geldt, in rekening wordt gebracht. Die extra bepaling in artikel 50a, lid 2 van de Regeling houdt in dat bij gelijktijdige verlenging van een tweede verlof door éénzelfde persoon voor dat tweede verlof slechts de administratieve kosten (€ 30,00) in rekening gebracht worden; dus 1 maal € 68,20 en 1 maal € 30,00.