Schieten met historische wapens
Geschiedenis
Rond 1400 werden de eerste handwapens geproduceerd waarbij buskruit als explosieve lading gebruikt werd. Tot dan toe werden explosieve mengsels, in de 10de eeuw in China ontdekt, voornamelijk gebruikt als vuurwerk en als kruit voor kanonnen. De Venetiaanse koopman Marco Polo bracht, volgens overlevering, het alchemistische geheim op zijn handelsreis mee. Tussen 1271 en 1292 reisde hij dwars door Europa naar Peking, ook wel de ‘Zijderoute’ genoemd waar hij onder andere buskruit vond.
Buskruit
Het oudste explosieve mengsel is buskruit en heeft de volgende globale samenstelling: 75% salpeter, 15% zwavel en 10% houtskool. Buskruit is in de loop van de jaren verbeterd: vermaling, persen, breken en zeven zorgden ervoor dat het één van de meest explosieve stoffen is en daardoor veilig opgeslagen moet zijn. Een bekende hedendaagse toepassing vinden we in de auto: een op buskruit gebaseerd ontstekingsmechanisme zorgt ervoor dat de airbag zichzelf opblaast.
Typen historische wapens
In de loop van de jaren zijn er diverse technieken ontwikkeld om projectielen af te vuren, van de eerste lontslot geweren en pistolen tot de moderne achterlader.
Lontslot
Bij dit wapen wordt allereerst het kruit aan de voorkant in de loop gegoten. Vervolgens wordt het projectiel in de loop geschoven en aangeduwd. Het kruit wordt ontstoken door een brandend lont/koord tegen het zundgat te houden. Deze methode gaf echter problemen: bij regenachtig weer kon er niet geschoten worden en het gloeiende lont verraadde de positie van de schutter.
Radslot
De volgende stap was het radslot. Een metalen schijf gecombineerd met een spiraalveer werd met een sleutel opgewonden en daarna vastgezet. Met de trekker word de blokkering (arretering) opgeheven en draait de metalen schijf onder de veerdruk snel terug en schraapt langs een vuursteen. De vonkenregen die dan ontstaat zorgt vervolgens voor de ontsteking van het kruit in het zundgat. Deze techniek wordt nog steeds gebruikt: aanstekers.
Vuursteenontsteking
Het radslot was, hoewel een verbetering, ook erg ingewikkeld en duur in productie. Een lange zoektocht naar nieuwe technieken eindigde in de vuursteenontsteking. Hierbij wordt een vuursteen in de bek van de haan geklemd. De haan, gemonteerd aan de zijkant van het wapen werd met druk gespannen (naar achteren getrokken en vastgezet). Na het overhalen van de trekker sloeg de vuursteen tegen een ijzeren plaatje bij het zundgat. De ook hier geproduceerde vonken ontstoken het kruit.
Percussie
Eén van de laatste stappen in de ontwikkeling van wapens is de percussieontsteking. Dankzij een ontdekking van de Schotse geestelijke Alexander Forsyth uit het plaatsje Belhelvie in Aberdeen, Schotland werd de laatste stap richting de eenheidspatroon ingezet. In 1799 publiceerde Forsyth een wetenschappelijk artikel waarin hij een mengsel beschreef dat hij met een flinke tik tot ontploffing kon brengen: fulminaat. Het fulminaat werd vervolgens omstreeks 1820 in een metalen kuipje gegoten, het ontstaan van het slaghoedje.
Eenheidspatroon
Rond 1825 wordt de eerste versie van de eenheidspatroon ontwikkeld. Dit betekent dat zowel ontsteking, kruit en projectiel als geheel in de loop gaat. Hierdoor werd het herladen van wapens eenvoudiger en sneller omdat alle componenten niet afzonderlijk meegenomen hoefden te worden. De eenheidspatroon kennen we nu nog steeds en wordt in de volksmond ‘patroon’ genoemd.
Heden
Ook nu nog zijn veel historische wapens in particulier bezit en worden actief gebruikt. Hoewel het aantal originele wapens afneemt blijft de wapengroep populair door de productie van replica’s. Niet voor niets heeft de KNSA zo’n 40 disciplines gereglementeerd waarbij gebruik gemaakt wordt van historische wapens. Naast de nationale wedstrijden kunnen geselecteerde schutters deelnemen aan Europese en Wereldkampioenschappen.
Resultaten
Nederlandse Historische-Wapensschutters zijn succesvol tijdens internationale wedstrijden en behalen daar vaak medailles.
Meer informatie
Veel informatie over historische wapens is ook te vinden in encyclopedieën en in bibliotheken. Daarnaast wordt er op internet veel gepubliceerd, zowel artikelen als afbeeldingen.