Home

CWM 2012

donderdag 29 december 2011

De Circulaire wapens en munitie (CWM 2005)  is in 2010 door het Ministerie van (Veiligheid &) Justitie geëvalueerd. De KNSA is destijds nauw betrokken geweest bij die evaluatie en ook het evaluatierapport van de KNSA zelf met als titel “Kaf & Koren” (2009) heeft als input voor die evaluatie gediend.

Als gevolg van die evaluatie wordt per 1 januari 2012 een gewijzigde Circulaire (CWM 2012) van kracht. Deze CWM bevat vooral technische aanpassingen en bevat geen wijzigingen die expliciet voortkomen uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, die in opdracht van de Minister van Veiligheid & Justitie in 2011 naar aanleiding van het drama in Alphen aan den Rijn, een onderzoek heeft gedaan naar de beheersing van het legaal wapenbezit in Nederland.

Voor de daaruit voortvloeiende wijzigingen heeft de Minister van Veiligheid & Justitie een separate projectorganisatie geïnstalleerd. Naar verwachting zullen de resultaten daarvan in de loop van 2012 worden geïmplementeerd en zal dus wederom de CWM maar ook naar alle waarschijnlijkheid de Regeling wapens en munitie (RWM) en wellicht zelfs de Wet wapens en munitie (WWM) worden gewijzigd.

De nu voorliggende CWM met daarin dus “technische aanpassingen” bevat desondanks wel een aantal wijzigingen die voor de sportschutterij belangrijk zijn. Wij geven u hierbij een overzicht van de belangrijkste aanpassingen:

  1. Op grond van de Wet explosieven voor het civiel gebruik (Wecg) is het verboden om zonder erkenning kruit (zwartkruit en nitro-kruit) voorhanden te hebben. In artikel 2.5.2 van de CWM is nu geregeld dat voor een verlofhouder deze erkenningsplicht niet van toepassing is. Sportschutters met een eigen wapenverlof kunnen derhalve binnen de Milieuwetgeving gestelde maxima, kruit voorhanden blijven houden zonder erkenning.

  2. Sportschutters die de schietsport beoefenen met vrijgestelde (antieke) wapens op grond van  artikel 18 van de RWM, dienen met ingang van de nieuwe Circulaire daarvoor een wapenverlof aan te vragen. Let wel: het gaat dan uitsluitend om die sportschutters die met vrijgestelde wapens schietsport beoefenen en daarvoor ook vaak munitie op hun verlof  moeten laten bijschrijven. Het vrijgestelde wapen telt niet mee voor het maximumaantal toegestane wapens van vijf op een verlof. Voor sportschutter die reeds vóór 1 januari 2012 met een vrijgesteld wapen de schietsport beoefenen, geldt dat zij tot 1 januari 2013 in de gelegenheid worden gesteld dit vrijgestelde wapen op verlof te laten bijschrijven. Ofschoon  de verplichting om vrijgestelde wapens wanneer daarmee schietsport wordt beoefend, op verlof bij te schrijven, in eerste aanleg als een extra last kan worden beschouwd, biedt het bijschrijven op verlof van deze wapens wel de mogelijkheid wanneer sportschutters voor wedstrijden naar het buitenland reizen, om deze wapens ook op een Europese Vuurwapenpas te vermelden. Bovendien houdt deze verlofverplichting natuurlijk ook verband met de vrijstelling op de erkenningsplicht voor het voorhanden hebben van kruit, zoals hierboven onder punt 1 omschreven.

  3. In artikel 2.7.1 staat vermeld dat wapens met klapkolven, schuifkolven en telescopische kolven, tenzij deze kolven duurzaam zijn vastgesteld, verboden zijn. Dat verbod geldt echter niet langer wanneer het wapen, ongeacht de stand van de kolf, dus ingeschoven of ingeklapt, een minimale lengte van 60 centimeter heeft en de loop een minimale lengte van 30 centimeter.

Voor de volledige tekst van de CWM 2012 kunt u hier klikken.